Viva Colombia!
16 september 2012 - Medellín, Colombia
Hola los todos!
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: we leven nog! Na een epische 24-uurs tocht van Limburg via Amsterdam en Parijs naar Bogota zijn we goed en wel op de eerste bestemming aangekomen: bonita Colombia! De meesten van jullie denken hierbij waarschijnlijk aan de FARC of Pablo Escobar… en dat deden wij eigenlijk ook. Maar nu niet meer! In tegenstelling tot ons prachtige kikkerlandje waar we de Cauberg een berg vinden en het weer van Maastricht tot Leeuwarden weinig verschilt, is Colombia een prachtig en divers land, variërend van koude hooggebergten tot tropisch regenwoud. De mensen zijn ongekend gastvrij en de Colombiaanse keuken is niet verkeerd. Viva Colombia!
Once upon a time in Bogota…
Onze eerste stop was Bogota, de hoofdstad van Colombia waar maar liefst 8 miljoen mensen wonen. Toch de helft van Nederland op een aantal tiental vierkante kilometers gepropt. Door de hoogte (2600 meter) is het er niet erg warm en ´s nachts zelfs koud. De stad groeit nog steeds, volgens onze taxi chauffeur, iets wat resulteert in gigantische uitdijende sloppenwijken tegen de bergkant van de stad. Toch geen plek waar je met je backpack, blonde kop en goed fatsoen in steenkolen Spaans even de weg gaat vragen. Ons hostel ligt dan ook in het relatief veilige noorden van de stad.
De tegenstellingen in Bogota (en eigenlijk heel Colombia) zijn groot. Het overgrote deel van de stad is een opeengepakte bij elkaar geraapte verzameling van vooroorlogse en jaren ´70 gebouwen die zonder uitzondering in slechte staat van onderhoud verkeren (zeg maar Heerlen, maar dan groter). Hoe zuidelijker je komt, hoe grauwer en viezer de stad wordt. Mensen wonen in niet afgebouwde hutjes met golfplaten die met autobanden op de plaats worden gehouden. In het noorden van de stad woont de elite in grote ommuurde compounds en winkelen ze bij designer shops. Deze twee groepen komen elkaar tegen in het centrum van de stad, waar SUV´s van de rijken naast paard en wagen rijden. Daarnaast scheuren er afgeschreven busjes in alle kleuren van de regenboog die voor openbaar vervoer doorgaan. Naast deze onalledaagse combinatie van voertuigen is er nog een klein detail wat het verkeer in Colombia “lastig” maakt... er zijn geen regels. Auto´s scheuren bumper aan bumper door dicht geslibde straten, bussen zwenken van links naar rechts waarbij de claxon de richtingaanwijzer heeft vervangen, rechts inhalen is even normaal als links inhalen waarbij de vluchtstrook optimaal wordt benut, en als klap op de vuurpijl stikt het van de motorrijders die als musquitos uit alle hoeken en gaten tussen de rest van het verkeer vliegen. Wij snappen dat Blik op de Weg hier nog geen beeldmateriaal van heeft, want ze zullen hier niet durven komen. We zullen er maar aan wennen, want het schijnt er in Peru niet veel beschaafder aan toe te gaan.
Verder is de straatverkoop ongekend; álles wordt verkocht, van losse sigaretten tot een mannetje met vijf mobiele telefoons waar je tegen woekerprijzen per minuut kunt bellen. Zodra het stoplicht op rood springt vliegt er wel iemand voor de auto´s om even te jongleren, een onduidelijk dansje te doen, of simpelweg meteen z´n hand uit te steken om pesos te vangen. Parkeren moet ook wel lukken, aangezien overal mannetjes overdreven aanwijzingen geven hoe ver er nog naar rechts of links kan worden gegaan…uiteraard tegen een beschaafde vergoeding. De term Melkert-baan zou zo uit Colombia kunnen komen. Buiten de levendigheid en gigantische omvang van Bogota zijn de culturele hoogtepunten (en daar zijn we hier toch voor?!) op één hand te tellen, drie dagen waren ruim voldoende.
Medellín: La Ciudad de la Eterna Primavera
Hoogste tijd dus voor Medellín, de stad van “de eeuwige lente” (het hele jaar door 24 graden!), Botero (dikke mensen kunst) en Pablo Escobar (voormalig cocaïne koning). Opgehaald van het vliegveld door Marcela (een vriendin van Kirstie waarmee ze in Australië heeft gestudeerd) en haar ouders werd al snel duidelijk dat we ons backpack bestaan even in de koelkast konden zetten. Na drie dagen óntzettend hard zwoegen en afzien konden we beginnen aan tien dagen welverdiende luxe. Meneer Fernandez bleek een onovertroffen gastheer. Drie keer per dag een volledige maaltijd waarbij we de Colombiaanse specialiteiten als cazuela, arracacha en arepa de chocolo uiteraard niet kunnen afslaan. En dan hebben we het nog niet over de talloze zoete tussendoortjes en kilo´s vers fruit die we per dag onder lichte culturele dwang verorberden. Gelukkig snapten ze dat enige lichaamsbeweging op zijn plaats was, getuigen de lessen waterskiën, wedstrijdjes beachtennis en met name de loodzware aqua aerobics les op de country club. Inderdaad country club, want de familie Fernandez heeft de schaapjes goed op het droge. Met een groot huis in een compound in Medellin (inclusief huishulp van ma t/m vrij), een riant buitenhuis aan een meer (wederom met een familie die het huishouden verzorgt) en vier auto´s (je moet toch mobiel blijven!) kunnen we gerust stellen dat het ons aan niets heeft ontbroken. De ongelofelijk royale en sympathieke opstelling van de ouders heeft dit alles alleen maar vergroot. Zo heeft Wiro een avond met de vader (wederom in het kader van een stukje cultuur) menig glaasje van de lokale drank Aguardiente weg getikt en zijn we een dag mee genomen naar een koffieplantage buiten Medellin (het Colombiaanse zwarte goud, wellicht nog bekender dat het witte). Ook Marcela heeft elk moment van haar tijd besteed om ons rond te rijden, in chique tenten te laten eten (wie had het over backpacken?) en in trendy bars te hangen (cocktails voor Amsterdamse prijzen, kunnen we hebben toch?). We zijn bang dat deze luxe met ons vertrek naar Peru voorlopig voorbij is…
Dos cervezas por favor!
De aanwezigheid van de familie Fernandez heeft goed kunnen verbloemen dat het aan onze communicatie met de lokale bevolking nog een beetje schort. Hoewel we volgens onszelf begiftigd zijn met een uitstekend woordje Spaans (el tiempo es muy rico! & Hollanda tiene muchos peros) verloopt dialogen niet altijd even vlekkeloos. De (soms Babylonische) spraakverwarringen zijn talrijk, evenals het veelvuldige ja-knikken op Spaanse monologen die geen vraag blijken te zijn. Maar goed, er zal toch eten moeten worden besteld en zo nu en dan een kaartje voor de metro worden gekocht. En dan hebben we het nog niet over de minder primaire, maar minstens zo handige zaken als het afdingen op souvenirs of vragen of het water drinkbaar is. Waar Kirstie de eerste twee weken nog wijselijk de kat uit de spreekwoordelijke Colombiaanse boom kijkt (gato en el arbo), gaat Wiro met het nodige mime werk meteen de conversatie met de locale bevolking aan. Hoewel we kunnen zeggen dat de resultaten overwegend positief zijn (we hebben nog niemand – per ongeluk – beledigd, zijn nog niet – heel erg – afgezet en hebben vooralsnog geen verkeerde inheemse gerechten besteld – oké dat misschien wel), zou het verbeteren van ons Spaans wel eens handig kunnen worden. Wiro´s tactiek van elk verhaal met een “muy bien” beantwoorden leek een winning plan, maar het aantal pijnlijke stiltes dat volgt neemt dagelijks toe. Bovendien zijn de vragende Colombiaanse blikken na (in onze ogen) prachtige Spaanse beschrijvingen niet altijd even goed voor onze geloofwaardigheid. Tijd om ons Spaans wat op te vijzelen!
Buiten de lichte taalbarrière en de priemende blikken die we als blonde vuurtorens ontvangen, acclimatiseren we dus erg snel. Deel 1 van onze reis alweer afgesloten; het eerste land kunnen we afvinken, Colombia muchos gracias (zie hier weer ons soepele Spaans!).
Tijd voor het volgende onderdeel, backpacken (maar dan nu echt) in Peru!
Hasta pronto!
Kirstie y Wiro
Enjoy Peru
Groetjes Cyriel, Chantal & Jamie
Iets over een zoektocht naar een Colombiaanse spits voor fortuna?????
Dan maar een Peruaanse.....
wat een heerlijk verhaal man! Echt hard op, achter mn laptop zitten lachen;)
Geniet lekker door en wacht met smacht op de update!
Dikke kus uit amsterdam